Kamerbrief MKB Financiering: Geen kredietregister, wel steun voor zelfregulering kortzakelijk krediet en platform Passend Financieren
Afgelopen week is de langverwachte kamerbrief "Financiering en digitalisering mkb" door Minister Micky Adriaansens naar de Tweede Kamer gestuurd. De minister reflecteert hierbij op een aantal onderzoeken die afgelopen jaar zijn uitgevoerd in de mkb financieringsmarkt.
Een extra nieuwsbrief vandaag vanwege de langverwachte kamerbrief over de mkb financieringsmarkt die door Minister Micky Adriaansens naar de Tweede Kamer is gestuurd. De minister reflecteert hierbij op een aantal onderzoeken. Ik heb de kamerbrief en documenten doorgenomen en probeer in deze extra nieuwsbrief de hoofdlijnen samen te vatten.
In de kamerbrief "Financiering en digitalisering mkb" maakt de minister namelijk een aantal keuzes om de toegang tot financiering te verbeteren.
Hoewel ik persoonlijk blij ben met een aantal duidelijke keuzes en het zeker een stap is in de goede richting, worden een aantal fundamentele zaken, zoals het tekort aan kapitaal voor non-bancaire financiers en passende garantieregelingen nog steeds niet opgelost.
Ook het niet invoeren van een kredietregister is onverwacht, zeker omdat voor een gelijk speelveld het essentieel is dat deze informatie (en dan met name de actuele jaarcijfers) digitaal beschikbaar is.
De keuze om geen wetgeving te ontwikkelen voor kortzakelijke kredieten, maar de zelfregulering via de Gedragscode Kortzakelijk Krediet te steunen geeft in ieder geval duidelijkheid voor de sector. Het is nu belangrijk dat deze sector laat zien hier serieus achter te staan en de transparantie daadwerkelijk goed door te voeren en zich aan te sluiten bij deze zelfregulering.
De hoofd onderwerpen uit de kamerbrief zijn:
- De ontwikkeling van een centrale hub voor financiering en advies
- Kosten en baten van een kredietregister
- De BMKB-Groen en het advies van het Comité van Ondernemerschap ‘versterking eigen vermogen mkb’
- De reflectie van banken op mkb-kredietverlening en de Quickscan van de aanbodzijde van de financieringsmarkt
- Zelfregulering van de non-bancaire markt voor kortzakelijk krediet
Ik zal de belangrijkste conclusies hierna bespreken en duiden wat de effecten hiervan zullen zijn.
De ontwikkeling van een centrale hub voor financiering en advies
Tijdens het congres van Stichting MKB Financiering op 13 juni sprak ik met Minister Adriaansens over haar ambitie om een "één-deur" platform te ontwikkelen om ondernemers hun weg te laten vinden richting de juiste publieke en private financieringen die beschikbaar zijn in de markt.
Haar doel was om vanuit de overheid een platform te gaan ontwikkelen waarmee ondernemers sneller en gemakkelijker bij passende financiering uitkomen en dat er in de loop van 2023 invulling aan gegeven zou worden.
Vanuit Stichting MKB Financiering vonden wij dat én te langzaam gaan, én we vonden het, in afstemming ook met andere publieke en private partijen, geen goed idee wanneer dit puur vanuit de overheid ontwikkeld zou worden.
Daarom is eind 2022 een eerste versie gelanceerd van PassendFinancieren. De Minister omarmt nu dit initiatief:
Stichting MKB Financiering (SMF) lanceerde recentelijk Passend Financieren, mede als reactie op mijn één-deur-ambitie. Op dit non-profit platform staan zowel financiers als adviseurs die voldoen aan de gedragscodes van SMF. Dit garandeert transparantie, integriteit en betrouwbaarheid voor ondernemers.
Ook ziet zij het als oplossing voor het doorverwijzen van ondernemers die niet gefinancierd kunnen worden:
"Ten slotte nodig ik bancaire en non-bancaire financiers uit om hun samenwerking op het gebied van doorverwijzen verder te intensiveren. [..] Ik nodig banken en non-bancaire financiers uit om met SMF in gesprek te gaan over de ontwikkeling van de financieringshub en te verkennen welke rol ze kunnen daarin kunnen vervullen. Bijvoorbeeld in het doorverwijzen van ondernemers.
Ook zal samenwerking met KvK en RVO worden gezocht en zal zij financiering beshcikbaar stellen hiervoor:
"Passend Financieren heeft veel potentie. Ik zie het als een groeimodel waar na verloop van tijd meer functionaliteiten ingepast kunnen worden – op basis van specifieke behoeften van ondernemers. Daarom heb ik SMF gesubsidieerd en gevraagd om met KVK, RVO en mij het concept verder uit te werken. Ook ondernemers en hun brancheverenigingen zullen hierbij betrokken zijn."
Er komt geen kredietregister
De minister is duidelijk in haar brief. Een kredietregister gaat er niet komen. EY heeft twee concrete cases uitgewerkt om in kaart te brengen of er een business case te ontwikkelen was voor een kredietregister. Enerzijds een register met krediet- en zekerheidsinformatie, anderzijds een uitgebreider register waarin ook financiële gegevens zijn opgenomen (lees: jaarcijfers van de onderneming).
Een groot deel van de banken en non-bancaire financiers hebben in het onderzoek aangegeven dat zij meer kosten verwachten te maken dan dat het op gaat leveren. ook verwachten ze dat door nieuwe systemen (PSD2 voor banken data) en EVA/Pifi voor frauderegister, het kredietregister niet meer nodig is. Toegang tot dit frauderegister is echter voor non-bancaire financiers nog niet mogelijk, dus het is belangrijk dat dit wel gerealiseerd gaat worden.
Ook heeft de Belastingdienst aangegeven dat het koppelen/aanleveren van deponeringsdata door hen niet mogelijk is. Ook het verzwaren van de deponeringsplicht bij het Handelsregister (Kamer van Koophandel) acht de minister een te zware extra administratieve belasting voor ondernemers, omdat jaarlijks slechts een beperkt aantal ondernemers financiering zoekt.
Persoonlijk vind ik dit een gemis en een vreemde redenering. Alle ondernemers hebben hun jaarcijfers al digitaal beschikbaar en leveren dit zelf of via een boekhouder of accountant aan aan de Belastingdienst. Dit ook (digitaal) aanleveren aan de Kamer van Koophandel zou geen extra administratieve last hoeven te betekenen.
Zo een digitaal jaarverslagen register zou dan een goed alternatief kunnen zijn. In landen waar zo een register wel aanwezig is (België, Frankrijk, Italië) is het voor financiers veel eenvoudiger om financiering te verstrekken op basis van deze gegevens, op het moment dat de ondernemer zelf deze gegevens ter beschikking stelt aan de financier.
Toegankelijkheid BMKB-Groen voor kleine kredieten voldoende volgens minister (geen KKE nodig)
De minister heeft onderzoek uit laten voeren naar toegankelijkheid van de BMKB-Groen regeling voor kleine kredieten onder de € 50.000.
Uit historische data blijkt dat 7 tot 28% van de BMKB voor dergelijke kredieten wordt ingezet. Omdat de BMKB-Groen een lagere premie en langere looptijd hanteert, verwacht de minister dat de regeling juist geschikt is voor kleinzakelijke kredieten.
Juist het feit dat máár 7-28% van de BMKB kredieten gebruikt is door kleine ondernemers (die 90% van het aantallen ondernemingen vertegenwoordigen), lijkt mij juist een duidelijk teken dat het juiste beperkt gebruikt wordt.
Pas in het derde kwartaal worden de eerste cijfers verwachte en onderzocht of aanvullende regelingen nodig zijn
Tevens is de mogelijkheid van een nieuwe regeling onderzocht voor kleine financieringen: Het Klein Krediet Energie (KKE) naar analogie van de Klein Krediet Corona (KKC). Dit is getoetst bij bancaire en non-bancaire financiers.
De KKE blijkt geen passende aanvulling te zijn en financiers hebben aangegeven een dergelijk instrument niet te zullen aanbieden. Dit heeft onder andere te maken met de doelstelling van het instrument en de reeds bestaande luiken onder de BMKB (Klein Krediet en Groen) en de introductie van de regeling Tegemoetkoming Energiekosten voor het energie-intensieve mkb (TEK)
Tijdelijk geen stappen voor een fonds ter versterking van het eigen vermogen van het mkb
De introductie van een nieuw "quasi-equity product", zoals geadviseerd door het Comité voor Ondernemerschap, is besproken met financiers in de markt. Hieruit wordt de conclusie getrokken dat dit product lastig te ontwerpen is vanwege de relatief hoge kosten van beoordeling en dat de doelgroep voor wie dit product een oplossing biedt ook nog niet duidelijk is. De minister wil eerst de evaluatie van de BMKB-Groen en het DACI instrument afwachten.
Dit is een heel vreemde redenering. De BMKB-Groen is een garantieregeling voor "normale" (bancaire) kredieten en het DACI instrument stelt kapitaal beschikbaar aan non-bancaire financiers. De doelgroep waar het comite het advies voor heeft opgesteld is een heel andere groep. Het gaat hierbij om mkb ondernemers die (oa vanwege corona) te veel afhankelijk zijn van leningen en het eigen vermogen zouden moeten versterken.
In het advies van het Comité voor Ondernemerschap werd gepleit voor het oprichten van een heel nieuwe organisatie die zelf de beoordelingen zou doen. Dit is inderdaad te complex en kostbaar. Beter is het om deze beoordeling bij de bestaande banken en non-bancaire financiers te laten en dit gestandaardiseerde product als "stapelfinanciering" toe te kunnen voegen, net zoals dit nu ook met de BMKB als garantie instrument gebeurd. Op die manier kunnen ook kleinere financieringen worden verstrekt.
Een eerste aanzet hiertoe (onder de naam EVL-35) hebben wij twee jaar geleden al geïntroduceerd. We nodigen de minister en het Comité voor Ondernemerschap uit om deze opzet ook mee te nemen in de evaluatie, omdat dit een praktische invulling is van het fonds en ook goed aansluit bij de werkwijze van bestaande financiers.
De reflectie van banken op mkb-kredietverlening en de Quickscan van de aanbodzijde van de financieringsmarkt
De minister heeft banken gevraagd om aan te geven hoe zij hun rol zien in de financiering van het mkb. Uit data van De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt namelijk het verstrekken van kleine kredieten structureel daalt.
In 2017 was 25% van het uitstaande mkb kredietvolume van de grootbanken een middelgroot krediet en 11% een klein krediet. Eind 2022 was dit 20% voor middelgrote kredieten en 8% voor kleine kredieten. Het aandeel van kredieten groter dan € 1 miljoen steeg in dezelfde periode van 64% naar 72%.
De banken geven aan de ambitie te hebben om het gehele mkb te blijven ondersteunen. De minister steunt dit en gaat er ook vanuit dat banken nog steeds een belangrijke rol in de diverser geworden financieringsmarkt blijven spelen.
De minister geeft echter ook aan dat ondernemers die niet in aanmerking komen voor krediet, duidelijke feedback krijgen en worden doorverwezen.
Zelfregulering van de non-bancaire markt voor kortzakelijk krediet
Binnen de mkb financieringsmarkt groeit het aanbod van aanbieders van kortzakelijke krediet (<€100.000 en <1 jaar). De minister van Financiën vind het belangrijk dat kleine ondernemers bescherming krijgen wanneer zij zakelijk krediet afnemen.
Er is onderzocht of wetgeving of zelfregulering het beste toegepast zou kunnen worden. De minister geeft aan dat wetgeving voor deze opkomende markt niet het gepaste middel om dit te bereiken en zij staat achter de huidige ontwikkeling van zelfregulering binnen deze sector.
Stichting MKB Financiering (SMF) heeft de belangrijkste marktpartijen benaderd en is gezamenlijk tot een gedragscode voor aanbieders van kortzakelijk krediet gekomen. De minister van Financiën heeft op de inhoud meegekeken en met SMF gesproken over onder andere de aansluitgraad.
Hierbij is benadrukt dat de gedragscode voldoende elementen moet bevatten die bescherming waarborgen, bijvoorbeeld meer eenduidige transparantie over de kosten en de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij het Kifid.
Omdat deze elementen voldoende in de code zijn opgenomen, steunt de minister van Financiën de ontwikkeling van de Gedragscode Kortzakelijk Krediet. Het is daarbij belangrijk dat de aansluitgraad steeds verder verbetert.
Er is afgesproken dat de code na twee jaar geëvalueerd gaat worden door Stichting MKB Financiering, waarna de Minister van Financiën de Tweede Kamer zal informeren.
Bronnen:
Comments ()